Zoeken in Tolkcontact

Terug naar boven

Tolkcontact Lakt: Kathrin Neckermann

Kathrin heb ik inmiddels al zo vaak bij de achterwachtdiensten gesproken, dat het voelde of we elkaar al een beetje kenden toen ze binnenstapte. Ter voorbereiding googelde ik haar even. Ik zag foto’s met honden en haar gekleurde haar, dat schepte meteen een band want ik heb dat ook allebei. Maar wie Kathrin verder is, weet ik eigenlijk niet. Tijd om kennis te maken.
Door Ghislaine Groenewegen

Tien vingers, tien vragen

1. Wie ben je?

Wat moet ik daarop zeggen? Ik kom van origine uit Duitsland. Voor een uitwisseling belandde ik in 1994 in Nederland en ik ben altijd gebleven. Mijn eerste woonplaats was Oosterhout. (Ghislaine: Dit is heel toevallig, want dat is waar ik zelf vandaan kom!) Ik woonde eerst bij gastgezinnen, tot mijn moeder belde. ‘Lieve schat, je geld is op,’ zei ze. Ik kon de benzine voor de terugreis naar Duitsland niet meer betalen. Ik heb nooit Nederlandse les gehad, maar ik heb het geleerd door met mensen samen te zijn. Dat vind ik de leukste manier om te leren. En dat ging snel. Na drie maanden sprak ik al heel goed Nederlands, dus ik had snel een baan. Zonder er goed over na te denken belde ik mijn ouders en zei ik: ‘ik kom niet meer terug, ik blijf hier’. 

2. Hoe ben je tolk Nederlandse Gebarentaal geworden?

Ik heb heel veel baantjes gehad, maar het was het allemaal net niet. Een loopbaancoach vroeg wat ik echt graag wilde. Dus ik zei: ik vind talen en met mensen werken leuk en ik wil mijn eigen ding doen, geen standaard beroep. De loopbaancoach gaf les aan de Hogeschool Utrecht en één verdieping boven haar was de opleiding Tolk Nederlandse Gebarentaal. Of dat iets voor mij was? Na het gesprek reed ik dolenthousiast direct naar Utrecht, ik liep de school binnen en klopte op de eerste verdieping aan bij de eerste deur die ik zag. Daar zaten drie docenten wijn te drinken. Ze zagen dat ik heel graag wilde. En toevallig was twee dagen later de open dag! Ik moest een test moest doen of mijn Nederlands wel goed genoeg was, omdat het mijn tweede taal was. Gelukkig was dat zo en mocht ik met de opleiding beginnen! Dat was in 2000. Ik deed de avondopleiding en aan het begin werkte ik nog ernaast, maar ik ben steeds minder gaan werken omdat het zwaar werd. Tussendoor ben ik nog twee maanden naar Noorwegen geweest, want ik houd van reizen. Ik hang niet graag de toerist uit, dus ik heb op een boerderij gewerkt. 

3. Wat is je naamgebaar? 

Met de handvorm van de K ga je langs je haar naar beneden, alsof je je haar verft en je met de K de kwast vasthoudt. Waarom? Ik houd ervan om mijn haar te verven. (Ik ook, het wordt tijd voor een nieuw kleurtje) Vroeger heb ik alle kleuren gehad: paars, oranje, groen, blauw, rood en combinaties daarvan. Ik houd het meest van rood, liefst met een andere kleur erbij. Highlights wil ik ook nog een keer proberen. 

4. Wat is een verandering die je hebt gezien in de tolkwereld sinds je bent begonnen met tolken? 

Toen ik begon als tolk, was ik bang dat ik plotseling heel rijk zou worden. Ik had heel veel opdrachten en wist niet wat ik met al dat geld moest. Tot de tolkvoorziening veranderde en het UWV begon te snoeien. Minder uren voor de tolkgebruikers, dus ook minder opdrachten voor de tolken. En ook nog minder kilometervergoeding. Ik maakte toen de fout om te berekenen hoeveel ik ging verliezen. Maar daarna zette ik de knop om en dacht: ik kan beter kijken naar wat ik nog heb en wat ik daarmee kan. 

5. Je draait al jaren veel achterwachtdiensten. Wat motiveert jou om dat te doen? 

Ik doe nu vooral achterwachtdiensten omdat ik bezig ben een coachpraktijk op te zetten. Ik wil mensen in hun kracht zetten om eenzaamheid te baas te worden. (Daar wil straks graag meer over horen!) Dan blijven alleen de weekenden nog over om te tolken. Maar ik vind het ook leuk om te doen hoor!  

6. Hoe kijk je terug op de afgelopen anderhalf jaar met lockdowns en maatregelen vanwege corona?

Nu zijn veel meer afspraken online in plaats van op locatie. Ik was daar in het begin een beetje huiverig voor, maar het valt wel mee. Het is niet mijn favoriet, want soms zijn er problemen met het geluid. Ik moet alles wel goed kunnen horen en dat gaat soms niet. En in mijn huis zijn alleen schuine muren, dus ik heb geen rechte witte muur om voor te zitten! Daarom ben ik blij dat ik ook nog steeds op locatie kan tolken.  

7. Ik zag een foto van jou met een hond. Ik heb zelf ook een hond dus ben benieuwd: vertel eens over je hond! 

Mijn hond heet Dina. Geen idee wat voor hond het is. Ze komt uit een kliniek voor straathonden in Wit-Rusland. Ze heette daar Diana, maar ik ga echt niet ‘DIANAAA!’ over straat roepen. Ik haalde haar met de auto op van een vliegveld in Duitsland. Ik zette haar in de achterbak, maar ze kroop onderweg twee keer helemaal naar voren om op mijn schoot te zitten! Ze is de liefste en makkelijkste hond die ik ooit heb gehad.

8. Wat doe je naast het tolken? 

Goed dat je het vraagt, want ik vind het moeilijk om mezelf te verkopen. Ik houd me bezig met TTouch. Dat staat voor Tellington Touch, een methode om dieren (en mensen) rustiger te maken door aanrakingen. Het wordt in Nederland volgens mij nog niet bij mensen toegepast, maar het kan zeker. Ik heb het geprobeerd met mijn vorige hond, een probleemhond. Dat werkte heel goed, dus ik heb me er verder in verdiept. Ik doe er nu alleen bij mezelf, mijn dieren en familieleden iets mee.

Verder ben ik dus een coachpraktijk aan het opzetten. En daar komt de TTouch-methode ook weer in voor. Het heet Vrouw in Kracht. Ik wil vrouwen die worstelen met eenzaamheid weer kracht geven. Ik heb me zelf ook veertig jaar eenzaam gevoeld en heb daar ook een cursus voor gevolgd. Daar heb ik heel veel geleerd. Eenzaamheid wordt vaak gezien als een gebrek aan mensen om je heen. De oplossing lijkt dan: onder de mensen komen. Ook voor ouderen is dat wat er gebeurt: er worden bingoavonden en uitjes georganiseerd. Zo’n uitje is leuk, maar als je dan thuiskomt voel je je nog eenzamer. Je weet dat er thuis niemand op je zit te wachten en dat het koud en leeg is. Ik vond dat ook verschrikkelijk. Je moet kijken wat er achter die eenzaamheid zit. Het heeft vaak te maken met je zelfbeeld: hoe je over jezelf en over de wereld om je heen denkt. Tegenwoordig moet je doen wat iedereen doet. Er wordt niet stilgestaan bij wie je bent: wat jouw grenzen, behoeftes en waarden zijn. Ik wil mensen helpen zich te realiseren dat ze zelf mogen ontdekken wat ze belangrijk vinden. 

9. Hoe ziet jouw toekomst eruit?

Ik wil absoluut blijven tolken. Ik wil ook verder met Vrouw in Kracht, ik wil die cursus geven. Met mensen samen aan hun eenzaamheid werken. Dat kun je haast niet alleen doen. Als je samen met anderen hetzelfde doel nastreeft werkt dat veel beter. Maar het is moeilijk om ertussen te komen. Ik heb bij een zorgopleiding op een ROC gevraagd of ik een keer een gastles kan geven. En dat wilden ze! Ik ga twee gastlessen geven. Daar ben ik heel blij mee, want mensen in de zorg komen zeker in aanraking met eenzame mensen. 

Ik kijk even naar de nagels van Kathrin. Ik heb een donkergroene en donkerrode ondergrond gebruikt, maar hoe nu verder? Wit is contrasterender, maar zwart past beter bij Kathrin. Ook zij zegt dat haar voorkeur uitgaat naar zwart en ik ben niet verbaasd.

10. Wat vind jij het mooiste aspect van je werk als tolk? 

Ik denk dat vrijwel iedereen de veelzijdigheid noemt. Dat je in zoveel situaties komt en met zoveel verschillende mensen samen werkt. Dat vind ik ook. Maar de reden dat ik eigenlijk tolk ben geworden is iets anders. Mijn broer is gehandicapt en kan zijn tong niet bewegen. Als kind al heb ik alles wat hij zei herhaald. Zo kon hij ook gewoon meedraaien, dacht ik. Ik versta hem en breng over wat hij wil zeggen. En dat doe ik nu als tolk eigenlijk ook. Ik herhaal wat iemand in gebarentaal heeft gezegd, en diegene hoort er dan gewoon bij. Ik wil zorgen dat iemand kan zeggen en doen wat die wil. Ik vertaal het wel. En dat het veelzijdig is, is alleen maar mooi meegenomen. 

Tot slot de vraag: wie wil je hier de volgende keer op de stoel zien?

Dat vind ik lastig omdat ik bijna geen collega’s tegenkom. Bij de intervisie vond ik Sandra Sluijter heel leuk. Misschien wil zij wel!  

Over Tolkcontact Lakt

Naast medewerker bij Tolkcontact is Ghislaine haar eigen nagelstudio begonnen. Een plek waar ze haar creativiteit de vrije loop kan laten gaan, én met mensen in contact komt. ‘Als je nagels lakt, kom je heel dicht bij iemand, dat opent de deur voor interessante gesprekken’, vertelt ze. ‘Iedereen heeft een verhaal te vertellen. Geef mij nu je hand, ik geef je er prachtige nagels voor terug.’

Wil je nou ook een keer geïnterviewd worden tijdens het krijgen van een fantastische nagelbehandeling? Stuur een e-mail naar contact@tolkcontact.nl en Ghislaine neemt contact met je op. En volg @cutiecoolnl op Instagram om meer van haar creatieve werk te zien.