‘Klik hier om deel te nemen aan het gesprek’
Erik Schophuizen
Vroeger, toen we nog op kantoor mochten werken, leek de start van een werkdag een stuk eenvoudiger. ‘Goedemorgen’ bij het koffieapparaat, ‘Fijn weekend gehad?’ bij het bureau van een collega en een zwaai naar iemand die net binnen komt. Terwijl je computer opstart bespreek je snel wat er vandaag op het programma staat. En nu?
In mijn thuiskantoor (zijnde: aan de keukentafel) klik ik op de knop voor toegang tot de digitale dagstart. Ik vergeet vaak dat ik niet alleen mijn collega’s in beeld krijg, maar ook mezelf. Oh, wat zei je? Sorry, ik was even afgeleid door de afwas die achter me in beeld staat, en met hoe bleek ik eigenlijk ben. Het lukt me ook nooit om een flatterende camerahoek te vinden.
Een kleine, digitale gevangenis
Online vergaderingen. Je zou denken dat we het ondertussen helemaal onder de knie hebben. Alhoewel, onder de knie? Ik vraag me soms af of mensen nog wel knieën hébben! Mijn collega’s zijn gereduceerd tot een hoofd en bovenlichaam, opgesloten in een kleine, digitale gevangenis van een paar pixels groot.
Op een of andere manier werkt het ook nooit helemaal perfect. “Je geluid kraakt, je hapert steeds.” Ik verschuif mijn laptop dan maar een paar centimeter, praat wat meer richting het scherm (want weet ik veel waar precies de microfoon zit op mijn laptop) en hoop dat de problemen hierdoor opeens verholpen zijn.
Een essentieel onderdeel van online vergaderen is de mute-knop. Deze mis ik soms in het echte leven. Het vergt wel wat oefening om hem goed te gebruiken. Na ruim een jaar bijna dagelijkse online vergaderingen verwacht je dat het gebruik van deze knop als een soort tweede natuur zou komen. Echter is niets minder waar. Ik heb nog geen enkele vergadering meegemaakt zonder een moment dat iemand een ander er op wijst dat de microfoon uit staat. Nog steeds moet men dan zoeken waar die knop ook alweer te vinden is. Eén van mijn collega’s klikt stelselmatig niet op de mute-knop, maar op de ophangknop. Opeens is ze verdwenen uit het gesprek, terwijl ze waarschijnlijk net iets belangrijks te vertellen had. Gehoord worden is zo makkelijk nog niet.
Even een time-out
Mijn guilty pleasure is dat je ook iemand anders kan muten. Ik schroom er tegenwoordig niet voor om het heft in eigen handen te nemen. Dat doe ik niet omdat ik me stoor aan wat ze willen zeggen, dat gaat zelfs mij een beetje te ver, maar soms is het geluid van jengelende kinderen of iemand die iets eet toch iets te aanwezig. In het begin probeerde ik eerst nog netjes te vragen of diegene zichzelf op mute wilde zetten. Tegenwoordig zet ik de geluidsovertreder zonder schaamte eigenhandig in een time-out.
Begrijp me niet verkeerd. Ik mute niet alleen anderen. Mezelf zet ik geregeld even op stil. Niemand hoeft te horen dat ik mijn neus snuit, of dat ik constant met mijn pen klik. En niemand hoeft te horen dat ik tijdens de dagstart van vandaag deze column aan het tikken ben. Dat is een mute-geheimpje tussen jou en mij.